Damherthuiden
Het damhert behoort tot de familie van de hertachtigen. Het is groter dan een ree en kleiner dan een edelhert. Het dier komt op alle continenten behalve Antarctica voor.
Er zijn veel variaties in kleur, van wit via lichtbruin tot bijna zwart, maar meestal is de rugzijde roodachtig geel tot kastanjebruin van kleur en de buikzijde geelwit. De dominante kleur verschilt echter per gebied. In de winter is de vachtkleur grijzer.
Het damhert ruit twee keer per jaar, één keer in mei of juni en een tweede keer in september of oktober. De vacht is meestal bezaaid met witte vlekjes, deze zijn in de winter minder opvallend. Bepaalde kleurpatronen, bijvoorbeeld geheel witte dieren, hebben geen vlekken. Bij zwarte dieren zijn de vlekjes eerder bruinzwart van kleur, lichter dan de rest van de vacht. De romp heeft een patroon van zwart en wit en een zwarte streep, die doorloopt tot de bovenkant van de staart. Deze zwarte streep ontbreekt bij geheel witte en geheel zwarte dieren.
Damherthuiden zijn niet geschikt om veelvuldig te belopen. De holle haren breken namelijk makkelijk af. Een louter decoratief gebruik is aan te raden.